Sluitingen worden gebruikt bij hijswerkzaamheden als een verwijderbare koppeling voor het koppelen aan staaldraad, ketting en andere uitrusting.
Er zijn verschillende soorten sluitingen.
BBD en BBH sluitingen worden voornamelijk gebruikt voor niet-permanente toepassingen. MBD en MBH ( moerbout ) sluitingen worden gebruikt voor lange termijn of permanente toepassingen of wanneer de lading over de pin kan schuiven waardoor de pin kan roteren.
D-sluitingen worden vooral gebruikt bij enkelvoudige systemen en H-sluitingen bij meervoudige systemen.
Selecteer de juiste type sluitingen met de juiste WLL voor de specifieke toepassingen. Sluitingen vervaardigd van handelskwaliteit staal mogen niet voor hijsdoeleinden worden toegepast. Slechts hoogwaardig stalen sluitingen zijn hiervoor geschikt.
Sluitingen dienen voor het gebruik te worden gecontroleerd op de navolgende aspecten:
Zorg ervoor dat de pen van de sluiting op de correcte wijze in het oog van de sluiting is geschroefd: draai het hand vast aan waarna je het met een moersleutel of een ander geschikt gereedschap verder aandraait zodat de pen volledig tegen het oog v.d. sluiting zit. Zorg ervoor dat de pen van de juiste lengte is.
Zorg ervoor dat de sluiting de lading correct ondersteund ( langs de as van de middellijn van de sluiting). Voorkom buiglasten, onstabiele lasten en over belading.
Zijdelings belading moet men proberen tegen te gaan, daar het product niet voor deze doeleinde is gemaakt. Mocht dit toch noodzakelijk zijn dan moet de WLL v.d. sluiting gereduceerd worden.
Het hijsen “In-line” is het hijsen loodrecht boven de pin en in het midden van de boog v.d. sluiting. In de tekening hieronder is de afwijkende hoek aangegeven.
Bij het gebruik van meerdere stroppen moet het effect van de hoek tussen de stroppen en de lading in acht worden genomen.
Bij het gebruik van meerdere stroppen dient men een H-sluiting te gebruiken. De stroppen dienen gemonteerd te worden aan de ronding v.d. sluiting en de pin v.d. sluiting moet men aan de haak monteren. De hoek tussen de stroppen mag niet meer zijn dan 120°. Bij symmetrisch laden dient men de sluiting te gebruiken bij de volledige WLL.
Om verkeerde belading van de sluiting te voorkomen ( zie figuur hierboven ) dient men losse ringen aan beide kanten van de pin van de sluiting te gebruiken. Deze losse ringen mogen nooit aan de sluiting worden gelast om de breedte te verminderen, daar dit effect heeft op de WLL van de sluiting.
Wanneer een sluiting is gemonteerd aan de bovenste blok van een set van staaldraad blokken, het gewicht aan deze sluiting is toegenomen met de waarde van het effect van het hijsen.
Probeer te voorkomen dat de lading over de pin van de sluiting kan schuiven. De pin kan dan gaan draaien en mogelijk zo los komen. Als dit niet voorkomen kan worden of wanneer de sluiting voor een langdurige periode op dezelfde plaats moet blijven of wanneer maximale pin beveiliging geëist wordt dient men een sluiting met veiligheidsbout en moer en splitpen te gebruiken.
Sluitingen mogen niet ondergedompeld worden in zure oplossingen of blootgesteld worden aan zure dampen of andere chemicaliën welke mogelijk schadelijk kunnen zijn voor de sluiting.
Meestal worden de dragende componenten vastgemaakt aan de ronde kant van de sluiting. Belading aan de punt of aan een sluiting gedurende het hijsen is toegestaan maar de minimale omtrek van het afgeronde component welke gehesen moet worden moet gelijk of groter zijn dan de maat van de gebruikte sluiting. De maximale belading van de configuratie is beperkt door het component met de laagste WLL.
Het vergroten van het contact gebied door middel van het gebruik van grotere diameters en/of pad eye’s kan een voordeel zijn. Scherpe randen moeten vermeden worden.
“Green pin" sluitingen kunnen ook in configuraties zoals hier beneden aangegeven, gebruikt worden. De maximale belading van de configuratie is beperkt door het component met de laagste WLL.
De ronding van een “green pin” sluiting is breder dan dat van een standaard sluiting, waardoor een groter draagvlak wordt gecreëerd. Dit verlengt de levensduur van de stop. “Green pin” sluitingen kunnen ook gebruikt worden in configuraties zoals hier beneden aangegeven. De maximale belading van de configuratie is beperkt door het component met de laagste WLL.
Wanneer de bogen van de sluiting elkaar raken maar de pinnen elkaar niet dragen, dient deze configuratie niet te worden gebruikt.
Wanneer de boog van de binnenste sluiting en het oog van de buitenste sluiting elkaar raken en de boog en de pin elkaar niet dragen, dient deze configuratie niet te worden gebruikt.
Wanneer situaties met extreme temperaturen zich voordoen, moeten de hieronder aangegeven belading reducties in overweging genomen worden.
Temperature | Reductie voor verhoogde temperaturen |
---|---|
up to 200ºC | 100% of original Working Load Limit |
200 - 300ºC | 90% of original Working Load Limit |
300 - 400ºC | 75% of original Working Load Limit |
> 400ºC | not allowed |